De galblaas ligt onder de lever en staat daarmee in verbinding. De lever scheidt gal af die via de galblaasgang, een klein buisje, naar de galblaas wordt geleid en daar wordt opgeslagen. De wanden van de galblaas absorberen overtollig water en trekken samen als hun spieren worden geprikkeld, zodat de geconcentreerde gal via de galgangen wordt afgescheiden naar de dunne darm. Daar bevordert de gal de spijsvertering.
Gal wordt in de lever continu geproduceerd; als geen lozing naar de darm (bij de spijsvertering) plaatsvindt, wordt de gal opgeslagen in de galblaas. Daarin vindt een vijf- tot tienvoudige concentratie van galzure zouten, bilirubine en cholesterol plaats door een sterke resorptie van water en elektrolyten. De gal die rechtstreeks uit de lever komt, is dus anders van samenstelling (in het bijzonder veel minder zuur) dan de gal die eerst opgeslagen is geweest in de galblaas; van de laatste kan de pH tot 5,6 dalen. Door de concentratie die in de galblaas optreedt, kunnen gemakkelijk galstenen en sludge gevormd worden die bestaan uit cholesterol, bilirubine en calciumzouten in verschillende concentraties. Deze steenvorming en sludge wordt bevorderd door een langdurig verblijf van gal in de galblaas en door galblaasontsteking.
Galstenen zijn stenen of klontjes die zich ontwikkelen in de galblaas of galwegen. Vaak geven galstenen geen klachten en worden zij bij toeval op een röntgenfoto van de buik ontdekt. Als zij wel last veroorzaken wordt gesproken van galsteenziekte (cholelithiasis). Galstenen zijn opgebouwd uit resp. voornamelijk bilirubine (een afbraakproduct van de rode bloedkleurstof hemoglobine) of uit voornamelijk cholesterol. Zij ontstaan als de concentratie van deze stoffen in de galblaas te hoog wordt. Galstenen komen het meest voor bij gezette huisdieren van middelbare leeftijd.
De voornaamste verschijnsel van galstenen is een zeurderige pijn in de bovenbuik. Als de steen de uitmonding van de galwegen afsluit, kan niet alleen galblaasontsteking ontstaan maar ook geelzucht. Hierbij is de urine meestal donker van kleur en de ontlasting licht gekleurd. Blijven de stenen in de afvoerbuis steken dan proberen de spiertjes in de wand van de afvoerbuis door krampachtig samentrekken de steen te transporteren. De pijn die hierbij ontstaat wordt gevoeld als een galsteenkoliek. Dit is een hevige pijn rechts in de bovenbuik, soms ook in de rug, die in aanvallen komt en waarbij het huisdier nauwelijks stil kan blijven liggen.