Onderscheid wordt gemaakt tussen spoelwormen bij een hond en bij een kat. Bij de hond is de naam van de spoelworm Toxocara canis en bij de kat is de naam van de spoelworm Toxocara cati. Deze spoelwormen kunnen mensen besmetten. Een Volwassen spoelwormen zijn 7 à 10 cm groot.
Volwassen wormen leven in de darmen van hond of kat en leggen eitjes die met de ontlasting mee naar buiten komen. Deze eitjes zijn niet meteen besmettelijk. Pas na een periode van enkele weken tot maanden ontwikkelen zich in de eitjes "infectieuze larven" (het besmettelijke stadium) die een volgende gastheer kunnen besmetten. De eitjes met infectieuze larven zijn zeer goed bestand tegen milieu-invloeden en kunnen wel een jaar in de grond overleven. Wanneer met name jonge, gevoelige honden of katten de infectieuze larven binnen krijgen, zullen de larven via de maag naar de darm gaan, in de darm de darmwand passeren en via de bloedvaten rond gaan zwerven door het lichaam. Ze gaan onder andere naar de luchtpijp en de longen, waar ze irriteren en opgehoest worden. Opgehoest slijm wordt doorgeslikt en zo komen de larven opnieuw in de darmen terecht, waar ze nu uitgroeien tot volwassen wormen die weer eitjes gaan leggen. In volwassen dieren, die al enige weerstand tegen deze worminfectie hebben opgebouwd, lopen de larven meestal vast ergens in het lichaam en verblijven daar in een soort rustend stadium. Wanneer een teef echter drachtig is, kunnen deze larven geactiveerd worden en via de placenta naar de puppies gaan. Zo worden puppies al voor de geboorte besmet. Geactiveerde larven kunnen ook nog vlak na de geboorte puppies en kittens besmetten, doordat de larven in de moedermelk terecht komen. De jonge dieren kunnen op die manier de spoelwormlarven binnen krijgen. Ook andere dieren, bijvoorbeeld muizen, kunnen besmet raken door de eitjes. Ook bij hen zullen de larven door het lichaam zwerven en ergens vastlopen. Wanneer een hond of kat een besmette muis opeet, zullen de larven dit dier besmetten. De cyclus kan zo afgemaakt worden, waarbij de larven uiteindelijk in de darmen van het dier terecht komen waar zij dan weer eitjes vormen die het milieu besmetten. Mensen, met name kleine kinderen, besmetten zich met de infectieuze eitjes doordat ze besmet zand of aarde binnen krijgen. De eitjes kunnen zich in de mens niet tot volwassen worm ontwikkelen, maar de larven kunnen wel door het menselijke lichaam zwerven (viscerale larva migrans).
De spoelworm besmet vooral jonge kinderen. De symptomen van de besmetting zijn mede afhankelijk van de hoeveelheid infectieuze larven die het kind heeft binnen gekregen. Veel besmettingen zullen zonder klachten verlopen. Als er wel klachten zijn, worden de symptomen vaak veroorzaakt door de larven in lever en longen: misselijkheid, buikpijn, hoesten. In ernstiger gevallen kunnen ook koorts, spier- en gewrichtspijnen, overgeven en uitslag optreden. Larven die naar het oog gaan veroorzaken een bekende complicatie. Aan één oog treden dan vaak (ernstige) stoornissen van het gezichtsvermogen op. Dit syndroom heet oculaire larva migrans. Een heel enkele keer veroorzaken de larven die naar de hersenen gaan epilepsieaanvallen. Er lijkt een verband te zijn tussen het doormaken van een Toxocara infectie en het optreden van allergische astma, Toxocara infecties kunnen waarschijnlijk de symptomen van astma verergeren.
Volwassen honden en katten die een kleine hoeveelheid besmettelijke eitjes binnen krijgen zullen meestal niet ziek worden. Besmette puppies en kittens zullen vaak diarree hebben en overgeven, opgezwollen buikjes hebben en minder fit zijn. Als in de darmen heel veel wormen zitten, kunnen de darmen zelfs scheuren waarna het diertje dood zal gaan. Puppies die al voor de geboorte besmet zijn geraakt zullen soms hoesten en verschijnselen van longontsteking vertonen.
Bij mensen is in het bloed aangetoond dat wel 19 procent van de Nederlandse bevolking ooit met Toxocara in aanraking is geweest. Dit is niet heel verwonderlijk omdat besmetting bij dieren veelvuldig voorkomt. Geschat wordt dat alle puppies in Nederland met een Toxocara infectie (opgelopen in de baarmoeder) worden geboren. Van de volwassen honden en katten is 5 à 10 procent drager van de spoelworm en uitscheider van de eitjes. Een onderzoek in zandbakken in Utrecht toonde besmettelijke eitjes aan in ongeveer de helft van de onderzochte zandbakken!
Spoelworm eitje |
Spoelworm eitje waaruit een larve kruipt. |
Het is raadzaam volwassen dieren viermaal per jaar te ontwormen met een ontwormingsformule die eitjes, larven en spoelwormen in alle ontwikkelstadia doodt. Dit zijn zogenaamde breed spectrum ontwormingsmiddelen. Jonge dieren moeten veel vaker ontwormd worden. Zandbakken moet men afsluiten zodat er geen honden en katten in kunnen poepen. Verder is persoonlijke hygiëne natuurlijk van belang. Handen goed wassen met water en zeep na het buiten spelen, na tuinieren en voor het eten.