Er bestaan verschillende ziekteverwekkers die kennelhoest kunnen veroorzaken, b.v. het Canine para-influenza virus of Bordetella bronchiseptica, een bacterie, die ook een rol bij de niesziekte van poezen speelt (daarom kunnen katten door honden besmet worden!). Over het algemeen wordt de slijmhuid van de luchtwegen door virussen beschadigd en "wordt zo de weg vrijgemaakt" voor een infectie met bacteriën (secundaire bacteriële infectie). Kennelhoest wordt soms ook "hondengriep" genoemd. Hoewel mensen hun hond met griep kunnen aansteken, kunnen wij niet door onze honden met kennelhoest worden aangestoken.
De naam is bedrieglijk, want kennelhoest komt niet alleen voor bij honden die in kennels leven. Deze ziekte komt echter wel vaker voor op plaatsen, waar veel honden bij elkaar komen: dierenasiels, hondenpensions, tentoonstellingen, dierenklinieken of hondenscholen.
Besmetting met kennelhoest vindt meestal plaats door de zogenaamde druppelinfectie. Dit betekent, dat de besmette hond de bacteriën of virussen uitniest of ophoest en deze door de lucht naar andere honden gedragen worden. De besmetting kan dus plaats vinden zonder direct contact met anderen dieren! Via speeksel kan echter ook een infectie plaats vinden. Denkt u er aan, dat de armbescherming bij de hondensport of een emmer met water door veel dieren worden gebruikt. Indien mogelijk is een isolatie wenselijk, om besmetting van andere dieren te voorkomen.
De ziekte kan uitbreken wanneer het lichaamseigen afweersysteem van de hond verzwakt is. Dit kan door stress veroorzaakt worden, maar b.v. ook door het wisselen van de tanden, parasieten, slecht weer, te weinig hygiëne of slechte voeding.
Ongeveer 4 tot 10 dagen na de besmetting krijgt de hond symptomen, die vaak niet erg zwaar zijn: een blaffende hoest, evt. met wat kokhalzen (de eigenaar denkt dan vaak dat zijn hond wat verslikt heeft), wat neusuitvloeiing of lichte kortademigheid. In deze gevallen voelt uw hond zich niet ziek, hij heeft geen koorts en eet normaal. Meestal zijn de klachten na enige dagen tot twee weken verdwenen, in ongunstige gevallen kunnen ze echter een paar maanden duren. In sommige gevallen ontstaan er zware complicaties, vooral wanneer er een secundaire bacteriële infectie bestaat. Dan krijgt de hond koorts, er komt pus uit de neus en dit kan tot een longontsteking (pneumonie) of zelfs een longvliesontsteking (pleuritis) leiden. In deze gevallen is het heel belangrijk dat u naar de dierenarts gaat, want ze kunnen dodelijk verlopen!