BLAASONTSTEKING BIJ EEN HOND, KAT OF CAVIA? SYMPTOMEN, OORZAAK & BEHANDELING.

De term blaasontsteking, urineweginfectie en cystitis wordt nogal eens door elkaar gebruikt.

Met blaasontsteking en cystitis wordt hetzelfde bedoelt. Een urineweginfectie is de verzamelnaam voor alle infecties die betrekking hebben op de urinewegen: nier, nierkelk, urineleider, blaas en urinebuis. Bij een blaasontsteking is het slijmvliesweefsel aan de binnenkant van je blaas ontstoken. Dit wordt meestal veroorzaakt door de E. coli-bacterie. Bij huisdieren met een geringere natuurlijke weerstand zijn hier extra gevoelig voor. Een blaasontsteking is niet besmettelijk.

blaasontsteking

A: nieren, B: urinewegen, C: plasbuis, D: blaas

Symptomen blaasontsteking bij hond, kat en cavia:

  • vertonen afwijkend plasgedrag
  • persen zonder dat er veel urine geloosd wordt
  • soms hebben ze ook pijn
  • de urine kan er normaal uitzien, maar het kan ook troebel of bloederig zijn
  • vrouwelijke huisdieren likken vaak aan hun vulva en kunnen ook uitscheiding hebben
  • gedraagt zich in het algemeen niet ziek, heeft geen koorts en eet en drinkt normaal.

Voorkom dat een blaasontsteking chronisch wordt bij hond, kat, cavia en overige huisdieren.

Een blaasontsteking wordt meestal door bacteriën veroorzaakt. De ontsteking kan zowel bij mannelijke als vrouwelijke honden en katten voorkomen, maar in de praktijk wordt het vaker gezien bij vrouwelijke katten(honden). De bacteriën komen meestal van buiten af, via het geslachtsorgaan en de plasbuis in de blaas. Normaal is de urine steriel, dit wil zeggen dat er geen bacteriën in aanwezig zijn. De bacteriën die in de blaas terechtkomen worden normaal gesproken met de eerste plasbeurt weer naar buiten gespoeld.

Een blaasontsteking ontstaat door een bijzondere situatie. Dit kan zijn:

  • een restje urine dat in de blaas achterblijft na een plasbeurt. Dit is een ideale voedingsbodem voor bacteriën om zich te handhaven en zich zelfs te vermeerderen.
  • een abnormaal gevormde blaaswand of een niet goed functionerende blaaszenuw.
  • de aanwezigheid van blaasgruis of blaasstenen. In blaasgruis en/of -stenen kunnen de bacteriën zich eenvoudig vermenigvuldigen. Vaak beschadigt gruis en de stenen ook het slijmvlies van de blaaswand, waardoor de bacteriën zich nog eenvoudiger kunnen vermenigvuldigen. Bij een ernstige beschadiging van de blaaswand is er meestal ook bloed in de urine aanwezig.

Symptomen die wijzen op een andere aandoening dan een blaasontsteking:

  • Grote hoeveelheden plassen komt vaak voor bij een nierziekte of suikerziekte.
  • Rode urine kan wijzen op bloed door blaaskristallen (blaasgruis) of stenen, maar ook op kleurstoffen in het voedsel.
  • Bruine, zwarte, blauwe, groene verkleuring van de urine kan het gevolg zijn van medicijngebruik. Bruine urine kan echter ook veroorzaakt worden door restjes afgebroken hemoglobine (het eiwit dat zuurstof in het bloed transporteert) of eiwitten.
  • Troebele urine kan wijzen op aanwezigheid van pus door een urineweginfectie of op blaaskristallen (blaasgruis) of stenen.
  • Pijn in de rug of lendenen, met eventueel "uitstralen" naar het midden van de buik, wijst meestal op een nierziekte.
  • Zeer heftige pijn wordt meestal veroorzaakt door een niersteen. Het kan echter ook door een zware ontsteking komen.
  • Koorts is een vaak voorkomend symptoom bij een bacteriële nierbekkenontsteking. Nierkanker veroorzaakt soms ook koorts. Bij blaasontsteking is er meestal geen sprake van verhoging of koorts.
  • Hoge koorts, shock en ernstige pijn kunnen zorgen voor acuut nierfalen.

Urineonderzoek bij hond, kat en cavia.

Uw dier kan door een dierenarts gemakkelijk worden onderzocht. Dit kan met een zogenaamde "dipstick" of door de urine onder een microscoop te bekijken. Een dipstick is een plastic staafje dat in de urine wordt gedoopt. Door verkleuringen op het staafje kan het gehalte in de urine worden bepaald van eiwitten, glucose, nitriet en van stoffen die verwijzen naar vetafbraak (ketonen). Microscopisch onderzoek wordt gebruikt om het aantal rode en witte bloedcellen te bepalen en om te zien of er kristallen (blaasgruis) in de urine zitten.

  • De aanwezigheid van eiwitten kan duiden op een nierziekte.
  • De aanwezigheid van glucose is vaak een aanwijzing voor suikerziekte (Diabetes mellitus). Als suikerziekte is uitgesloten, en er toch glucose in de urine aanwezig blijft, dan wijst het meestal op een nierafwijking.
  • De aanwezigheid van stoffen van te veel vetafbraak (ketonen) wijst meestal op verhongering of op een niet goed instelde suikerziekte
  • De aanwezigheid van nitriet duidt meestal op de aanwezigheid van een bacteriële infectie.

MEER ACHTERGRONDINFORMATIE URINEWEGEN

Functie blaas en nieren bij hond, kat, cavia en overige huisdieren.

Een huisdier heeft normaal gesproken twee nieren. Als hoofdtaak heeft de nier de functie om overbodige en ongewenste stoffen uit het bloed te verwijderen. De nieren zijn direct verbonden met de bloedbaan, en filteren ongeveer 25% van het bloed dat door het hart wordt rond gepompt.

Om een voorbeeld te geven: bij een kat wordt op deze manier ongeveer 20 liter bloed per dag gefilterd. De uitgefilterde stoffen verlaten het lichaam met de urine, die ontstaat tijdens het filterproces. Een kat met goed functionerende nieren produceert ongeveer 0,1 liter urine per dag. De urine verlaat het lichaam via achtereenvolgens de nieren, urineleider, blaas en plasbuis.

Werking blaas en nieren bij een hond, kat en cavia

Een nier bestaat uit een miljoen kleine filtertjes. Deze worden ook wel nefronen genoemd. De nefron bestaat uit een soort dubbelwandige beker. In deze dubbelwandige beker zit een kluwen van bloedvaten. Deze bloedvaten bevatten kleine poriën en het te filteren bloed wordt onder hoge druk door deze poriën gestuwd. Het bloed kan door de dubbelwandige beker heen stromen en de ongewenste stoffen worden dan "gevangen" tussen de twee wanden van deze dubbelwandige beker. Deze tussenruimte van de beker is verbonden met een verzamelbuis.

De nier voert de vloeistof die ontstaat, urine genoemd, via de verzamelbuis en de urineleider naar de blaas af. De blaas van de hond, kat of cavia is te vergelijken met een rekbare ballon. De urine vanuit de nieren wordt hierin verzameld. Tijdens het vullen van de blaas rekt deze steeds verder op, totdat deze vol is. Is de blaas maximaal gevuld, dan wordt via het zenuwstelsel een signaal naar de hersenen gegeven dat het tijd wordt de opgeslagen urine het lichaam te laten verlaten. Een hond, kat of cavia krijgt vervolgens aandrang om te plassen.

Ongewenste stoffen die worden verwijderd zijn:

  • overtollig "materiaal" (stoffen die het lichaam niet nodig heeft of waarvan het teveel heeft binnengekregen, zoals vitaminen en mineralen) van de stofwisseling
  • overtollig zout (natrium)
  • te veel water in het bloed (bloed bestaat voor een zeer groot deel uit water. De hoeveelheid water in het bloed moet constant blijven, en het lichaam zorgt daarvoor door overtollig water te lozen)
  • resten van geneesmiddelen zoals penicilline

Zie onderstaand plaatje: links een nier en rechts een klein filtertje, een nefron.

nier


KLANTENREACTIES EUROLOGIST (scrollen naar beneden)